NEZZT Purmerend

Om de woningnood snel het hoofd te bieden, is een andere mindset nodig. Flexibel bouwen, waarin het woonconcept NEZZT voorziet, kan dan een uitkomst zijn. Voor de gemeente Purmerend bouwde De Meeuw woningen voor spoedzoekers. Deze zijn circulair en demontabel ontworpen én hebben een korte bouwtijd. Bovendien kunnen de units niet alleen ingezet worden als woningen; ook een (tweede) leven met een andere functie is mogelijk. 

Frank van Ooijen is duurzaamheidsmanager bij De Meeuw en Mark van de Ven technisch manager. “De nood is hoog en het woningtekort loopt nog steeds op”, zegt Van Ooijen. “Dat komt mede omdat we te veel in klassieke concepten denken. Door een andere aanpak en het omarmen van industrieel bouwen kunnen we grote stappen zetten, niet alleen bij tijdelijke huisvesting, ook als het gaat om permanente woningen. ” De Meeuw kan in beide voorzien. “De One Platform modules zijn de basis van NEZZT. De modules voldoen aan alle eisen van het Bouwbesluit. Ze zijn te leasen, huren en kopen. Bovendien bieden we een terugkoopgarantie aan. Woningen worden dan teruggehaald naar ons bedrijf, we renoveren ze en zetten ze vervolgens elders in. Dat kan zijn in een ander woningbouwproject, maar we kunnen de units ook samenvoegen tot een school of zorggebouw.”

Verplaatsbaar

Verdeeld over vier plekken in Purmerend staan de 118 woningen die de gemeente aankocht voor mensen die dringend op zoek zijn naar woonruimte. Het zijn tijdelijke locaties, maar door de aard van de woningen kan de gemeente - indien gewenst - ze na verloop van tijd verplaatsten. Aan de buitenzijde is dat overigens niet zichtbaar, de hoogwaardige afwerking en uitstraling verbergen de ‘tijdelijkheid’. En ook op energetisch vlak doen de all-electric woningen niet onder voor standaard nieuwbouw. De isolatiewaarden voldoen ruimschoots aan de eisen in het Bouwbesluit met Rc-waarden van 6,5 m2K/W voor het dak, 5 voor de gevel en 5 voor de vloer. 

Losneembaar

“Achter de gevel, binnen het stalen skelet, hebben de woningen een houten invulling”, legt Van de Ven uit. “Een van de grote voordelen van werken met hout is dat het een biobased materiaal is. Een ander voordeel van bouwen met hout is de losneembaarheid. Aanpassingen zijn eenvoudig te maken, omdat we er bij de detaillering al rekening mee hielden dat eisen in de toekomst kunnen veranderen.”

Met de modules is bovendien een grote verscheidenheid aan gebouwen te maken. “Er zijn zes standaard maten, variërend van 3,15 x 3,15 meter tot 3,60 x 7,20 meter. Omdat de units vrijdragend zijn, is de indeling flexibel; wanden zijn eenvoudig te plaatsen of weg te nemen zijn. Dat is prettig bij interne verbouwingen én het vergroot de toepassingsmogelijkheden.” 

Doorontwikkeling

Door de keuze voor flexibiliteit moesten er op materiaalgebied echter concessies gedaan worden. “Dat is altijd een afweging: kiezen we voor biobased of voor flexibel? Waar is de meeste milieuwinst te halen?”, zegt Van de Ven. “Wij kozen voor een toekomstbestendig concept, maar binnen dat kader ontwikkelen we door. Zo spannen we ons bijvoorbeeld in om de CO2-footprint van het beton te verminderen. Door het aandeel cement te reduceren en de vloeren een dag langer te laten drogen kunnen we een volgende milieuwinst behalen.” Maar daar houdt het innovatietraject niet op. “Een van de meest recente doorontwikkelingen aan ons bouwsysteem is dat we een deel van de stalen dakconstructie vervangen voor hout. SGS Search maakte voor ons de calculaties en concludeerde dat we daardoor op drie terreinen milieuwinst boeken: meer gebruik van biobased materialen, minder uitstoot bij het vervoer en hogere isolatiewaarden, omdat hout betere isolerende eigenschappen heeft dan staal.”